En dan ga je praktijkexamen doen. Voor het eerst. Of misschien is het een herexamen of een tussentijdse toets. Check vooraf of je alle benodigde documenten bij je hebt en of de uitslag ‘geslaagd’ voor je theorie-examen nog geldig is. Als de naam op het voertuig niet overeenkomt met de rijschool die je gemachtigd hebt, dan kan het CBR besluiten om je examen niet door te laten gaan. Zorg verder dat je op tijd aanwezig bent op het examencentrum. Dat geeft rust.
Meenemen naar het examen
- Je geldige identiteitsbewijs. Zonder identiteitsbewijs kun je geen examen doen.
- Het formulier ‘Zelfreflectie’. Vul dit van tevoren in. Na het praktijkexamen bespreek je dit formulier met je examinator.
- De officiële uitnodiging voor je praktijkexamen. Hierop staan ook de uitzonderingen genoemd voor de benodigde documenten.
Tussentijdse toets
Voor wie is de tussentijdse toets (TTT) geschikt?
- Als je uiterlijk 1,5 jaar eerder je theorie-examen auto hebt behaald
- Als je alvast wilt wennen aan de examensituatie
- Als je tips wilt van een CBR-examinator
- Als je vrijstelling voor bijzondere verrichtingen wilt verdienen voor je 'echte' examen
Vanaf 16,5 jaar
Slaag je vóór je 18e?
Dan mag je tot je 18e rijden als er een coach naast je zit. Bijvoorbeeld je vader of je moeder. Hiervoor heb je een begeleiderspas nodig. Deze kun je aanvragen bij 2toDrive. De begeleiderspas kost geld.
Wat wordt getoetst?
De tussentijdse toets lijkt heel veel op een 'echt' praktijkexamen. De examinator toetst of je veilig en zelfstandig kunt rijden. En of je voldoende rekening houdt met andere weggebruikers. De examinator let onder andere op:
- je beheersing van de auto
- kijkgedrag
- of je goed voorrang verleent
- inhalen
- in- en uitvoegen
- rijden op kruispunten en rotondes
- bijzondere verrichtingen
Na afloop krijg je een advies van de examinator. Zo weet je precies wat je nog extra moet oefenen, voordat je echt praktijkexamen doet.
Vrijstellingen
Je kunt vrijstellingen verdienen voor de bijzondere verrichtingen. Dit betekent dat de examinator je hierop niet meer toetst tijdens je praktijkexamen. Je verdient de vrijstelling alleen voor het eerstvolgende praktijkexamen. Slaag je niet, dan moet je bij je herexamen wel weer de bijzondere verrichtingen doen.